Soepel, vlot, een mooie uitvoering en met veel plezier. Zo voer je als turnster op de toestellen je oefeningen uit. Je traint om steeds leniger, sterker en soepeler te worden.
Heb je (veel) talent dan ben je misschien wel geschikt voor de selectie. De selectie bestaat uit turnsters die minimaal 3 a 4 keer per week trainen en aan wedstrijden mee doen in de 1e t/m 3e divisie (A-selectie).   Als blijkt dat een turnster de recreatie “ontgroeid” is, kan ze geplaatst worden in de proefselectie. Door de trainster (Miranda Deurhof) wordt dan bekeken of de betreffende turnster doorstroomt naar de A- of B-selectie.

Toestellen:

Pegasus:

Zweven over het “paard” dat is een unieke belevenis. Een paardsprong is een snelle krachtexplosie; na een aanloop en een krachtige afzet spring je in enkele seconden over het paard om daarna tot een perfecte stilstand te komen.
  

Brug ongelijk:

Hierbij is het belangrijk om je armspieren goed te ontwikkelen. Je stemt je bewegingen goed op elkaar af, dat vergt goede concentratie en coördinatie. Zwaaien, hangen en steunen en het beheersen van beenspieren leer je tegelijk.

Balk:
Eerst ga je de oefeningen op de grond of op een lage balk oefenen. Als je dan de juiste bewegingstechniek beheerst ga je naar de hoge balk. Het is best lastig want de balk is maar 10 cm. breed. Maar met veel oefeningen kan je straks ook een mooie handstand of loopsprong.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 016A8446.jpg

Vloer:
De vrije oefening wordt gedaan op een vloer van 12 bij 12 meter. Deze oefening wordt meestal op muziek gedaan waardoor het leuk is om te doen maar ook om naar te kijken. Er komen acrobatische sprongen in voor zoals salto’s en overslagen en tussendoor dans- en/of balletoefeningen.